Thema – Vogels in het park

 

vogelkennismakingsavond

Maandagavond 3 oktober 2016

Altijd interessant zo’n vogelkennismakingsavond. Frans van der Stoep, een vogelkenner en Bultparkrandbewoner inventariseerde de vogelsoorten (50) in het park, dit alles verwerkt in een statistiek op chronische volgorde.
Boeiend wist hij te vertellen welke vogels hier broeden (30) en de rest (20) op doortrek of éénmalig zijn. En dat allemaal in je achtertuin, het Bultpark. Enkele belangrijke aspecten werden extra behandeld:

  • belang van een groot insectenaanbod (bloemstroken en riet)
  • verschillende foerage technieken
  • goed eten en helaas gegeten worden
  • veren slijten
  • waarom moet de aalscholver zich drogen
  • het vernuft van het ei, een wonder van volmaaktheid

Ben je al nieuwsgierig geworden want je merkt wel, je hebt wat gemist, dus volgende keer gewoon komen. Niet in de laatste plaats voor de prachtige foto’s van Frans. Een uitzonderlijke foto was die van een over het water scherende zwaluw, probeer het maar eens en dan nog scherp. Dank aan Frans.

vogelexcursie 2016

Zaterdagmorgen 30 april, kwart over vijf. Buiten is het (gelukkig) droog maar ook donker. De eerste merel begint te fluiten vanaf de nok van het dak van ons huis.

Vanmorgen vogels kijken en beluisteren in het Bultpark. Vroeg opstaan: je moet er wat voor overhebben.

Natuurlijk is het in bed warm en knus maar daar kun je 364 dagen in liggen terwijl je met de vogelexcursie in het Bultpark maar één keer per jaar mee kunt.

We zijn te gast in het huisje op de Ruiltuin waar Willem Riepma, als vanouds, weer onze gastheer was. Wat smaken koffie en thee ’s morgens vroeg toch lekker! Frans van der Stoep, die al een paar jaar, op verzoek van het Bultparkcomité, het aantal vogelsoorten in het Bultpark inventariseert, vertelt onder de koffie + thee het een en ander over wat we (hopelijk) te zien en te horen zouden krijgen.

Grote Bonte specht

Het begint direct al goed: in het Kraaienbosje weet Frans een nest van de grote bonte specht te zitten en terwijl we op enige afstand staan te kijken glipt de moedervogel het nest in en uit. Een paar bomen verder hangt ook échte spechtenkast, maar het paartje heeft toch gekozen voor een natuurlijke holte in de boom die waarschijnlijk ontstaan is na het uitbreken van een tak.

Op de wond watert de boom (een wilg) dan in en het hout rot een stukje weg. En wat de nestkast betreft: er zijn vaak ándere vogels die er graag gebruik van maken. Trouwens, de specht gebruikt zijn nest maar één keer, daarna kan het weer als onderkomen voor andere vogels dienen.

Watervogels

Aan de overkant van het water broedt een meerkoet (witte snavel, waterhoen rode snavel) op een nest dat net iets boven het water uitsteekt. Hopelijk blijven de lentestormen nog even uit. We zullen meer nesten van meerkoeten zien waarvan er ééntje vlak naast het nest van een fuut ligt.

Hoe zit dat dan met hun territorim (= een eigen leefplek). Frans: ‘Dat is geen probleem, de meerkoet eet planten, de fuut vis dus het zijn niet elkaars concurrenten. Als er al wat strijd is gaat het vooral om het mooiste plekje waar ze allebei graag hun nest willen bouwen. Soms zitten ze zo dicht bij elkaar dat de nesten elkaar raken.

Roodborstje

Onderweg komen we een Engels sprekende meneer tegen die vindt dat er veel te veel eksters en gaaien zijn maar als je al dat vogelgezang om je heen hoort valt dat erg mee. Ook ontdekken we een roodborstnestje met drie of vier eitjes in een nestkast voor roodborstjes. Vorig jaar broedde er niets in de ooit vijf roodborstkastjes, nu dus wel, zeer waarschijnlijk omdat ze lager zijn gehangen. Prachtig om te zien, die witte eitjes met een rood ‘blosje’.

Futenpaar

Bij de Gondel zien we twee volwassen futen waarvan het vrouwtje een jonkie op haar rug draagt. De oh’s en ah’s zijn niet van de lucht! Het mannetje vangt kleine vissen en biedt die aan vrouw en kind aan. Frans vertelt dat de jongen ook regelmatig een veertje te eten krijgen zodat hun maag en darmstelsel beter bestand is tegen de scherpe visgraten.

Het vroege vogelsteam

We horen meer dan we zien. Frans weet al die zangers feilloos uit elkaar te houden maar voor een liefhebber – leek – valt dat niet mee, vooral omdat ze ook nog door elkaar heen fluiten. Behoorlijk onoverzichtelijk.

Kan dat niet anders geregeld worden, beste Natuur?

Zingen voor ons?

Er zijn mensen die denken dat vogels alleen fluiten om mensen een plezier te doen. Helaas, dat is een illusie. Ze fluiten om aan te geven dat zij die plek, het territorium, in gebruik hebben, maar ook dat ze op zoek zijn naar een vrouwtje. Ze, het zijn met name de mannetjes die fluiten, proberen haar te lokken met hun gefluit. Zo’n territorium is belangrijk, het gebied is groot genoeg om voldoende voedsel ‘te leveren’ aan één vogelgezin maar het is niet groot genoeg voor twee broedpaartjes van dezelfde soort die dus ook hetzelfde eten. Indringers worden met harde ‘hand’(snavel en of poten) verdreven. Ook agressieve geluiden, je kunt het geen gezang noemen, moeten daarbij helpen. Iedereen die wel eens gehoord heeft hoe een merel een kat probeert te verdrijven uit de buurt van het nest weet precies wat ik bedoel.

We zien ook verschillende nestkasten waarin gebroed werd.

Het moet Jan Broekhuis, voorzitter van Wijkraad De Bolder goed doen dat een mezenpaar zijn mezenkast in gebruik had genomen.

De hele excursie is een groot feest! Prachtige opkomende zon over het water, een oneindig aantal groennuances, meerkoeten die met grote tederheid kleine strootjes komen brengen om te nest nog mooier te maken, maar ook een vinnige ruzie tussen een meerkoet en een waterhoen.

Koolmees

We horen in ieder geval zwartkopje, boomkruiper, merel, gaai, houtduif, Turkse tortel en nog veel meer. De deftigste vogel van het Bultpark is de koolmees. Het mannetje heeft een brede, het vrouwtje een smalle, zwarte stropdas om. Hoe breder de stropdas van het mannetje is hoe interessanter de vogel voor de vrouwtjes zijn. Een dominant mannetje, waar heb ik dat meer vernomen, mannen met stropdassen! Ook de gele kleur is belangrijk voor de vrouwtjes, hoe geler hoe gezonder het mannetje.

Eendenpaar

Op weg naar huis kwamen een eendenechtpaar met eendenpullen tegen. Pa eend was nog even bezig om een rivaal weg te jagen, de witte bastaard eend, de “soepeend” zoals Frans vertelde. Wij vormden zeker een mindere bedreiging, mensen hebben soms brood bij zich. Later voegde hij zich weer bij het gezin.

 

Statistiek

Voor de statistieken, een overzicht van het aantal vogelsoorten die we gehoord en/of gezien hebben. (* waargenomen)

*Bonte specht   Boomkruiper   *Fuut   *Gaai   *Houtduif   Karakiet   *Kuifeend   *Meerkoet   *Merel   *Mus   Roodborst   *Soepeend   *Spreeuw   Tjiftjaf   *Turkse tortel   *Vink   *Waterhoen   *Wilde eend   Winterkoning   *Zwaluw   *Zwartkop

Weet je wat?

Kom volgend jaar zelf, dan weet je wat je gemist hebt!

Ps Kreeg net een mailtje binnen.

Gistermorgen (30 april) werden aan de plas bij de flats in de Schouw, jonge zwaantjes gezien, op de rug van hun moeder in het nest. Volgens een vrouw die het broedpaar dagelijks had gevoerd, waren ze die morgen uitgekomen. Bijgaande foto is vanmorgen (1 mei) gemaakt, toen moeder even haar linker vleugel op een kiertje zette. De zorgzame vrouw wist het al: “Ze heeft 6 jongen”

winterwaarnemingen 2014/2015

(met een exclusief Winterwaarnemingennaslagwerk van Frans van der Stoep)

 

Ook dit jaar, 11 en 13 april, is door Frans van der Stoep, Bultparkrandbewoner en vogelkenner bij uitstek, een vogelexcursie in de vroege uurtjes gehouden. Daarop aansluitend een avond  in Hanzeborg over zijn winterwaarneming van de vogels in het Bultpark. Op deze avond vertelde Frans met veel enthousiasme over zijn bevindingen en waarnemingen verpakt in leuke en spannende vogelverhalen. Keurig geannaliseerd in overzichtelijke tabellen en aangevuld met door hem gemaakte prachtige foto’s van de vogels in hun leefomgeving. Dat alles zomaar voor niets in onze achtertuin !

Mijn waarneming, Jos Pauws, van de aalscholver deed met denken aan het prachtige nummer van Bob Dylan :

Heeft u de excursie en vertelavond gemist, dat is jammer. Maar…. Frans heeft al zijn waarnemingen in een prachtig naslagwerk verwerkt. Als men bladert in het boek met de interessante verhalen voorzien met prachtige foto’s dan hoort men bijna de vogels zingen. Een groot aantal vogels die in het Bultpark overwinteren of op doortrek zijn worden behandeld.

Inleiding  door Frans van der Stoep….

Deze winterwaarnemingen zijn gedaan op verzoek van het Bultparkcomité. De bedoeling is meer inzicht te krijgen in de vogelbevolking van het park en de omwonenden erover te kunnen informeren. De winterwaarnemingen zijn een aanvulling op de broedvogelinventarisatie van 2014. Daarmee is in kaart gebracht welke vogels het park gebruiken om er te broeden en hun jongen groot te brengen. Maar dat is slechts een deel van de totale vogelbevolking. Daarom is ook gevraagd om de vogels in andere seizoenen zo goed mogelijk te volgen en daarvan na de winter verslag te doen…..

Vogels in Bultpark Winterwaarnemingen 2014/2015.

Een kijkje in het prachtige boek, klik op de button Winterwaarneming (Heb wel even geduld bij het ophalen)

Een profiel over Frans van der Stoep kan men onderaan deze pagina vinden onder thema “Vogelexcursie”

nestkastbroeders

Mezen

De meeste kastjes, die in het Bultpark hangen zijn gemaakt door kinderen en zijn bedoeld voor kool- en pimpelmezen. De meeste mensen kennen deze grappige tuin- en parkbezoekers wel. De koolmees heeft een zwarte pet, de pimpelmezen hebben een blauwe pet.
In de winter komen de mezen vlak bij huis als u vetbollen, vogelpindakaas en ander lekkers ophangt. Soms komt er een groepje staartmezen op bezoek: piepkleine vogels met een lange staart (maakt een eigen nest in boom of struik).

Koolmees

De Koolmees legt per keer 6 – 12 eieren die 2 weken door het wijfje bebroed worden. Beide ouders voeren de jongen met insecten en ander lekkers.
Mannetjes zijn te herkennen aan de duidelijk bredere zwarte stropdas, maar ook aan de grotere hoeveelheid zwart tussen de poten en meer glans op de kop.

Pimpelmees

De Pimpelmees legt per keer 8 – 14 eieren die door het wijfje twee weken bebroed worden. Beide ouders voeren de jongen met insecten en dergelijke.

Het verschil tussen mannetje en vrouwtje is vrijwel niet waar te nemen.
Na een kleine drie weken vliegen de kool- en pimpelmezen uit. Soms wordt er een tweede nest gemaakt, op het oude nest. Het oude nest wordt dus niet opnieuw gebruikt: waarom zou je het gemakkelijk doen als het moeilijk kan?

Ook bij u in de tuin zullen mezen meestal graag van een kastje gebruik maken. Zo beleef je de natuur dichtbij huis!

Huismussen

Mussen houden ervan om een nest bij elkaar in de buurt te maken, daarom hebben de mussenkasten drie invliegopeningen naar even zoveel nestruimtes. De kast wordt wel een mussenflat genoemd. Eind vorige eeuw is het aantal huismussen sterk afgenomen, met name in grote steden. De achteruitgang is inmiddels tot stilstand gekomen maar het is oppassen geblazen. Gebrek aan broedgelegenheid en een afnemend aanbod van hoogwaardige voedsel (‘onkruid’zaden) worden gezien als belangrijkste oorzaken.
In Lelystad zijn ze (nog) niet zeldzaam. Ze broeden graag onder dakpannen, maar steeds meer mensen maken de ruimte onder de pannen dicht omdat ze bang zijn voor overlast en ongedierte. Dat daar geen sprake van is wordt vaak niet geloofd.
Soms broeden er ook mezen in de mussenflat.
Huismussen blijven het hele jaar in Nederland, het zijn dus standvogels. Ze houden zich van oudsher op in de menselijke omgeving omdat daar altijd een overvloed aan voedsel (vaak menselijk afval) te vinden was. Dat lijkt nu voor het overgebleven mussenvolk voldoende te zijn.

Het mannetje heeft een zwarte bef, het wijfje niet (foto van mussenpaartje). Er zijn nog meer kleurverschillen, het vrouwtje heeft een minder contrastrijke tekening dan het mannetje , maar dit is het gemakkelijkste om te onthouden.

Vroeger werd het tafellaken buiten uitgeschud en dat leverde heel wat broodkruimels en ander lekkers op maar wie eet er nog van een tafellaken?

Sommigen denken dat daardoor het aantal mussen terugloopt.
Mussen kunnen meerdere broedsels per jaar grootbrengen. In ieder nest worden 3-5 eieren gelegd die ongeveer 14 dagen bebroed worden door het wijfje. Na ruim 14 dagen vliegen de jongen uit. Mussen eten van alles: broodkruimels en ander afval, een stukje kaas, granen en graszaden, insecten en larven. Soms zie je ze genieten van de graankorrels uit een verse paardenhoop. Jonge, nog niet zelfstandige mussen, kun je herkennen aan hun bedelgedrag: ze duiken wat ineen met hun snavel in de richting van de oudervogel en bewegen hun vleugels snel heen en weer

 

 

Winterkoning en Roodborst

De soorten staan bij elkaar omdat ze van hetzelfde kastje gebruik kunnen maken.

Winterkoning

De winterkoning is, op het goudhaantje na, dat nóg kleiner is, het kleinste vogeltje van het Bultpark en van Nederland. De vogel is goed te herkennen aan zijn parmantig opwippend staartje. Het vogeltje bouwt vaak meerdere nesten, in één nest worden 5 – 8 eitjes gelegd die ongeveer twee weken bebroed worden. Na nog eens ruim twee weken vliegen de jongen uit. Het winterkoninkje eet insecten, larven, spinnetjes en zaadjes.

De kleuren van het mannetje en het vrouw vrouwtje is precies hetzelfde. Dat is bijzonder want dat komt niet zo vaak voor bij vogels. De kleuren zijn roestbruin en met donkere dwarse strepen.

Roodborst

Wie kent hem niet, het roodborstje? En natuurlijk: ‘Roodborstje tikt tegen het raam, tik, tik tik. Laat mij erin’. De inhoud van het liedje berust niet op waarheid. In het raam ziet de vogel zijn eigen spiegelbeeld en het denkt dat daar een rivaal staat. En rivalen zijn er om verdreven te worden!

Het is een vrij gedrongen vogeltje en zowel mannetjes als vrouwtjes hebben een opvallende bruinrode tot oranje keel. Verschil is nauwelijks zichtbaar
De vogel maakt vaak twee, soms drie nestjes met 3-6 eieren. Die worden twee weken bebroed en na twee weken verlaten de jongen het nest. Roodborstjes eten insecten, regenwormen, larven, zaden en bessen. Wanneer je in de tuin aan het rommelen bent zit er soms vlakbij een roodborstje te kijken of er tussen de tuinrommeltjes soms een lekker hapje te voorschijn komt.

Grote Bonte Specht

Hoorde je vroeger vooral het gehak en geroffel van een grote bonte specht, zonder dat je de vogel zag, tegenwoordig zie je ze ook vaak ‘in het echt’. Prachtige, bijna tropisch uitziende vogels. Ze maken, vaak in oude, dode bomen graag hun nestholte. Een hele klus!
Het mannetje heeft een rode vlek op het achterhoofd, het vrouwtje heeft een geheel zwarte kruin.

Er worden 4-7 eieren gelegd die ruim twee weken bebroed worden. Na een kleine drie weken vliegen de jongen uit.
De grote bonte specht leeft van insecten en ander klein spul dat verscholen onder stukken schors van dode bomen zit. In de winter zijn er minder insecten en eet de vogel ook zaden. Ze bezoeken, als je geluk hebt, ook de voedertafel. Vogelpindakaas gaat er ook wel in!

ANDERE GEBRUIKERS

Soms is het geen vogel die gebruik maakt van de kastje maar ontdekt in de lente een hommel- of wespenkoningin de kast en maakt daarin haar nest. Ze sticht in de kast een nieuw volk dat in de zomer flink uit kan groeien.

Tekst: Peter Kouwenhoven – Bellefleur Produkties Lelystad

Ook in je achtertuin

Deze nestkastbroeders zijn niet alleen te zien in het park, ook in je achtertuin scharrelen ze graag rond. Als je wat voedsel ophangt, vrij van katten, ruziën de mussen hangend aan een bollenkorfje. Hoe klein ze ook zijn, ze kunnen pittig met elkaar omgaan.
Je kan er minuten lang naar kijken, hoe een aantal mussen zich behoorlijk druk maken om het beste plekje aan de korf, terwijl er een groep omheen zit. Die zich te goed doen aan de gevallen stukjes op de grond en zo nu en dan waagt er één een poging om de etende mus met veel gefladder te verjagen.

In 2012 nam ik, Jos Pauws, voor het eerst een Grote bonte specht waar, hangend aan de bollenkorf.

Daarvoor had ik al bezoek gehad van een (Vlaamse) Gaai. Nadat wij als comité de vlieggaten van  de mezenkasten in het park geborgd hadden met ijzeren plaatjes, kreeg ik in de nazomer van 2014 bezoek van een specht in mijn achtertuin. Zou hij het door hebben en zo slim zijn, dat mijn nestkast geen beschermplaatje had.

Twee ochtenden kwam hij terug om het vlieggat  van de mezenkast die aan een berk achter in mijn tuin hing uit te hakken. De derde ochtend was het gat groot genoeg om te constateren dat er niets voor hem te halen was, hooguit een winterverblijfplaats. Nu heeft de nestkast veel interesse van mussen.

Ik heb er vele foto’s en een filmpje van gemaakt met mijn fototoestel door een dubbel dik vensterglas en grote afstand, dus de kwaliteit  is niet best….

 vogelkennismakings avond 2014

(met een exclusief Broedvogelinventarisatienaslagwerk Bultpark)

Woensdagavond 29 oktober om 20:00 uur

Frans van der Stoep, Bultparkrandbewoner, inventariseert al een jaar de vogels van het Bultpark. Hij telde er inmiddels ruim 40 soorten!

Natuurlijk heeft dat te maken met de opzet van het Bultpark zelf: hoge en lage begroeiing, kort gras waardoor vogels op de grond eten kunnen zoeken en lang gras waarin zaden, rupsen en ander klein spul te vinden zijn, water en land, zon en schaduw…

Op deze woensdagavond vertelde Frans zijn verhalen aan 22 belangstellenden in een zaaltje in Hanzeborg. Hij weet van de hoed en de rand of, beter gezegd én om in de sfeer te blijven: ‘van de kop en de staart’. En dat niet alleen: hij verpakt interessante kennis in leuke en spannende vogelverhalen. Geen wonder dat iedereen aan zijn lippen hing en voor men het in de gaten hadden, hadden we twee uur ademloos zitten luisteren.
Gek, de dagen na zo’n avond fiets je anders door het Bultpark, je luistert beter en je kijkt meer om je heen. Niet, ik spreek over mezelf, nu opeens veertig soorten vogels herken maar m’n betrokkenheid bij het Bultpark is weer een stukje groter geworden.

Broedvogelinventarisatie Bultpark.

Alle, door Frans verzamelde informatie is verzameld in een naslagwerk met prachtige foto’s.  Geen zware kost maar interessante informatie.
Een kijkje in het prachtige boek, klik op de button  Broedvogels  (Heb wel even geduld bij het ophalen)

 vogelexcursie 2014

Zaterdag de 28e juni 2014, ‘s-morgens vroeg om 6:00 uur, belooft een stralende zomerdag te worden.

In het Bultpark is het rustig maar ook een drukte van belang. Rustig: nauwelijks fietsers die zich naar het station reppen, vrijwel geen hondenbezitters.

Maar toch ook druk: in de bomen en struiken laten tientallen vogels hun lied horen. Het is kwart voor zes ‘s morgens, ieder weldenkend mens draait zich op zaterdag nog een keer om in bed maar een aantal vogeliefhebbers heeft zich, ondanks het vroege tijdstip, in de Ruiltuin verzameld om, onder leiding van Frans van der Stoep, vogelkenner bij uitstek, in het Bultpark naar zingende vogels te gaan luisteren.

Over de plas hangt de morgennevel, maar Lucas Thijssen van de Ruiltuin heeft de koffie en thee klaar.

Het vogelleven begint bij een eitje

Frans laat eitjes zien van piepklein tot wat groter en zo teer dat je ze bijna niet aan durft te pakken. Eitjes, die qua kleur soms helemaal opgaan in de omgeving. Dat is nodig als de vogel, zoals de merel, een open nestje in het zicht in een struik maakt: vijanden zien daardoor de eitjes niet  zo snel liggen al laten een ekster en gaai zich niet zo gemakkelijk om de tuin leiden. Het eitje van een pimpelmees, die in een holletje broedt (holenbroeder worden ze genoemd) is bijna wit. Vijanden zien de eitje toch niet dus waarom zouden ze een camouflagetekening hebben?

Ook heeft Frans verschillende vogelveren meegenomen om te laten zien.

Op pad

Voor we op pad gaan vertelt Frans alvast wat over de vogels van het Bultpark. Hij inventariseert al een aantal maanden in het Bultpark en heeft er inmiddels meer dan 45 verschillende soorten gehoord en gezien! Niet alle soorten broeden er,een reiger komt er wat waterdiertjes verschalken, een aalscholver zit op de beschoeiing bij de dierenweide met zijn vleugels wijd: reiger en aalscholver komen van elders en blijven korte of wat langere tijd in het park. Verschillende mezensoorten zoals de koolmees (zwarte pet), pimpelmees(blauwe pet) en de zwartkop mees (spreekt voor zich) verblijven een groot deel en misschien wel hun hele leven in het Bultpark en de omgeving. En vogels uit de omgeving, zoals mussen die graag broeden onder dakpannen en andere plekjes in de bewoonde wereld, komen weer lekkers halen in het park zoals zaden.

Broedgelegenheden

Door de afwisselende beplanting is er volop voedsel, beschutting en bescherming te vinden voor vogels en ook wat betreft de broedgelegenheid (mezen broeden, zoals gezegd, in holletjes) zijn er steeds meer mogelijkheden in het Bultpark, zeker nu een aantal kinderen met wat mensen van het Bultparkcomite ook nog eens wat mezenkasten getimmerd hebben voor het park! We horen van alles en wat zien we veel: van soepeenden in het water, zwartkopjes in het struweel, een door een specht opengehakte kindernestkast, de karekiet in het oude, gele riet van vorig jaar en …

De excursie zou een uurtje duren maar wat vliegt de tijd als iets leuk en interessant is! Om negen uur zitten we pas weer aan de koffie en thee in de Ruiltuin. Vermoeide voeten, een rozig hoofd van de buitenlucht, een kop vol nieuwe indrukken en verwondering over al dat moois dat zo vlak bij huis te zien en in dit geval vooral,  te horen is!

Wie is Frans van der Stoep

Frans van der Stoep is een Bultparkrandbewoner met een enorme vogelkennis. Het Bultparkcomite heeft Frans daarom gevraagd of hij bereid was om de vogelsoorten van/in het Bultpark een jaarrond te invenventariseren en dat was hij. Grote klasse!
Waarom een jaarrond? In de herfst trekken sommige vogelsoorten weg (trekvogels), ‘s winters komen er wintergasten uit het koude noorden naar ons land. Kortom: er treden in het jaar nog al wat ‘wisselingen’ op. Zoals je hebt kunnen lezen heeft Frans al 45 soorten geteld. Hij maakt daar aan het eind van de inventarisatie een overzicht van dat ook op onze site te lezen zal zijn. Met foto’ s zodat je weet hoe de vogels er ‘in het echt’ uitzien.

 

Zowel de broedvogelinventarisatie als de winterwaarnemining zijn door Frans uitgevoerd. Hij woont sinds 1976 in de Schouw, een woonwijk grenzend aan het Bultpark.
Vogels hebben al van jongsaf zijn interesse maar zo’n 25 jaar geleden heeft dat serieuzere vormen aangenomen. Sinds die tijd deed hij vrijwillig tellingen en inventarisaties voor Sovon vogelonderzoek Nederland, van 2005 en 2014 werkte hij als betaalde kracht voor verschillende natuurorganisaties. Sinds januari 2014 doet hij alles op dit gebied weer hobbymatig door middel van studie, fotografie, observatie en waarneming. Een inventarisatie in zijn woonomgeving paste er uitstekend bij. Voor ons zeer welkom, heeft hij dan ook geen moment geaarzeld om op ons verzoek van het Bultparkcomité in te gaan.